De type 28 is de eerste "homologatiespecial" uit de geschiedenis. Deze sportieve saloon is het resultaat van een samenwerking tussen Lotus en Ford. De Lotus twin-cam motor is gebaseerd op het Ford kent onderblok en past er dus probleemloos in. De close-ratio versnellingsbak uit de Elan is eveneens gebaseerd op Ford-delen. De ophanging werd aangepast, o.a. met een A-frame achter. Deuren, motorkap, kofferdeksel, koppelings- en differentieelhuis zijn van aluminium. De auto kon, als er 1000 van geproduceerd werden, worden ingezet in Groep 2-wedstrijden. En dat gebeurde dus vanaf 1964. Vooral Jim Clark werd beroemd, in volledige drift de hoek omgaand met een voorwiel van de grond. De Lotus Cortina won het Engelse toerwagenkampioenschap dat jaar en, met Sir John Whitmore aan het stuur, het EK toerwagens in 1965. Op Zandvoort maakte Jacky Ickx indruk in gevecht met de BMW's 1800 TISA en Alfa's GTA. Ook in rally's was de Lotus Cortina succesvol, zo werd onder andere de RAC rally gewonnen.

Lotus Cortina

Lotus Cortina

De auto werd al snel versimpeld, de aluminium delen verdwenen grotendeels en de bladveren keerden terug op de achteras. Tony Rudd ontwikkelde een BRM-versie van de twin-cam motor met meer vermogen. De overwinningen bleven komen. Vandaag de dag is de Lotus Cortina (of een replica ervan, ze zijn eenvoudig om te bouwen) nog steeds een winnaar in het EK voor historische toerwagens. In 1966, er waren er bijna 3000 gemaakt, werd de productie stopgezet. Ford bleef echter Lotus motoren gebruiken, eerst in de Cortina mk. 2 en later in de Escort twincam en RS 1600. Deze auto's werden echter niet bij Lotus gebouwd en hebben daarom ook geen Lotus typenummer

Lotus Cortina